Skip to content
Machinist Pieter Hak voor zijn elektrische rupskraan
Zo werkt een elektrische rupskraan

Pionieren met de rups

6 juli 2023

Emissieloos bouwen in 2030 is de ambitie van Heijmans. Daarom zijn er sinds maart 2023 twee elektrische rupskranen bij Heijmans in gebruik, een primeur in Nederland. Een van de machinisten die op dit paradepaardje op de bouwplaats draait, is Pieter Hak. “Het is best pionieren.”

Zwaar bouwmaterieel, zoals rupsgraafmachines, zijn grote uitstoters van stikstof en CO2 op de bouwplaats. Daarom investeert Heijmans fors in de transitie van diesel naar elektrisch materieel. Dit jaar worden er daarom achttien elektrische machines in gebruik genomen, waaronder de elektrische rupskraan waar Pieter Hak sinds een paar maanden op draait in Apeldoorn.

Drie accu’s

“Kijk, dit is ‘m dan”, zegt Pieter trots terwijl hij voor zijn blinkende gele rupskraan staat. Wie vluchtig zou kijken zou mogelijk niet eens zien dat dit de nieuwste aanwinst van Heijmans is. Zo op het eerste gezicht ziet de 25-tons Liebherr 922 er namelijk precies zo uit als z’n voorgangers van dit formaat. Maar wie beter kijkt spot al snel de drie accu’s die elk 130 kWh kunnen opslaan achter de cabine en de aansluiting voor de laadkabel. En ook de groene stickers op de zijkant en de ballast waarop staat ‘Deze machine werkt emissieloos’ verraden dat we hier te maken hebben met het nieuwste pronkstuk van Heijmans.

Al drie jaar werkt de 28-jarige Pieter als machinist bij Heijmans. Voorheen reed hij in de Caterpillar 336, een dieselkraan van 40 ton, maar sinds maart is hij één van de twee Heijmans-machinisten die op de allereerste elektrische Liebherr mag draaien. De komende maanden is de omgeving Apeldoorn - Twello zijn vaste werkplek. Hier werkt hij samen met zijn team aan de snelwegverbreding van de A1, tussen Apeldoorn-Zuid en Twello. Voordat hij de cabine binnenstapt gooit hij eerst zijn laarzen buiten over de klompensteun: “Ik zit hier vaker dan thuis, dus ik hou het graag netjes. Voor Heijmans is dit een grote investering, en het is mijn vaste werkplek, daar ben ik extra zuinig op.”

Knappe machine

Of het nu heel anders werken is? Dat valt volgens Pieter alles mee. “Qua draai merk ik weinig verschil als met de dieselvariant. De machine is krachtig, niet te groot en lekker wendbaar. Je kunt ‘m vrijwel overal naartoe rupsen.” En ook de cabine zelf voelt voor de machinist als thuiskomen. “De besturing van de joysticks en pedalen komt precies overeen met dat van z’n dieselbroertje. Het graven met het gps-systeem gaat ook hetzelfde. Het is gewoon een knappe machine.”

Je zou verwachten dat een elektrische rupskraan zich vrij geluidloos zou verplaatsen, maar dat valt in de praktijk tegen. Pieter vertelt: “Helaas, deze rupskraan is niet stiller. Er zitten ook meer trillingen in dan in de diesel-variant en dat is vrij hinderlijk. Daar moet ik nog altijd aan wennen.”

heijmans-elektrische-rupskaan-22
Voordat Pieter de cabine binnenstapt gooit hij eerst zijn laarzen buiten over de klompensteun.

Op tijd naar het oplaadpunt

Wat ook wennen is: werken met accu’s. De Liebherr 922 is voorzien van 390 kWh aan batterijstroom. In theorie zou je daar een volledige werkdag mee moeten kunnen draaien. De praktijk wijst echter anders uit. De elektrische rupskraan draait met een beetje geluk zes á zeven uur, afhankelijk van de werkzaamheden. Daarna moeten de accu’s weer worden opgeladen. Pieter: “Waar ik ook in het veld sta, ik moet altijd op tijd terug naar het oplaadpunt. Normaal zet je aan het eind van de werkdag de machine stil, stap je uit de kraan en ga je naar huis. De volgende ochtend ga je dan op dezelfde plek weer verder. Maar met deze elektrische rupskraan moet je aan het einde van de dag dus eerst naar een oplaadpunt rijden.

Pieter probeert elke ochtend op tijd bij z’n rupskraan te zijn. Hij ontkoppelt de machine van het oplaadpunt en haalt de oplaadkabel uit de machine. “Vervolgens start ik het gps-systeem en drink ik een bakje koffie in de keet. Rond zeven uur start ik de machine en rups ik naar mijn werkzaamheden. Daar werk ik net zoals ik in een diesel-aangevoerde rupskraan zou doen. Ik draai net zo lang tot de accu bijna leeg is, daarna rups ik terug en koppel ik ‘m weer aan de stroom. Maar helaas werk ik dus wel regelmatig korter dan dat ik voorheen deed. Met bepaalde werkzaamheden is de accu gewoon veel eerder leeg. Dan moet ik stoppen met werken en de kraan aan de oplader hangen. Dat vind ik balen, want je laat je collega’s in de steek.”

Kijken naar de meters

Even tussendoor opladen als de boterhammen worden gegeten is geen optie. “Ik laad gemiddeld 32 kilowatt per uur. Als ik ‘m een halfuur zou opladen, heb ik nog geen drie procent bijgeladen.” Gemiddeld duurt het zo’n elf uur voordat de accu’s volledig zijn opgeladen. Voor Pieter is het dan ook noodzakelijk om de accumeter de hele dag goed in de gaten te houden.

Hij wijst naar de analoge meter in z’n cabine. “Kijk, hij hangt naast het monitorscherm van Liebherr en het gps-systeem, dus ik ben me er de hele dag van bewust. Bij tien procent gaat er bovendien een geel lampje branden, dan weet ik: oké, ik kan nog naar het oplaadpunt rijden. Vaak schep ik nog even een kwartier tot twintig minuten door, maar daarna moet ik echt terugrijden. Vorige week kwam ik met één procent aan bij het oplaadpunt.”

Benieuwd naar de toekomst

Pieter vertelt het met een lach. Hij is positief ingesteld en trots dat de rupskraan volledig emissieloos werkt. Al baalt hij zeker af en toe van de problemen die de accuduur nog met zich meebrengt. Maar net als Heijmans ziet hij in elektrische voertuigen de toekomst. “Het is nu even pionieren voor iedereen. Maar dit is nog maar het begin van alle mogelijkheden voor elektrisch zwaar materieel. Ik ben daar heel benieuwd naar.”